Resultaten onderzoek naar inzet stepped care

Vier studenten van de Hogeschool Arnhem Nijmegen hebben het afgelopen half jaar onderzoek gedaan naar de inzet van de nieuwe werkwijze, met name de inzet van Stepped Care. Zij deden dit onderzoek in opdracht van Dementie Rivierenland. Onder begeleiding van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en collega’s uit het netwerk hebben zij gekeken naar hoe de zorgprofessionals dit ervaren. Zij hebben dit gedaan door een enquête onder wijkverpleegkundigen, praktijkondersteuners huisarts (POH) en dementieconsulenten uit te zetten.

Eind juni presenteerden zij de resultaten aan een aantal dementieconsulenten, deelnemers van het aanjaagteam en een wijkverpleegkundige.

Van de 110 deelnemers hadden de studenten een respons van 45 volledig ingevulde enquêtes, een mooie score van 40%. Op basis van deze enquête hebben zij de onderstaande conclusie getrokken:

De volgende bevorderende factoren zijn naar voren gekomen uit het onderzoek:

  • De verwachtingen van het onderlinge contact tussen verschillende zorgprofessionals binnen stepped care ondersteuning zijn duidelijk;
  • Er is voldoende kennis over de begeleiding vanaf de diagnose tot aan de opname in een instelling;
  • De meerderheid van alle zorgprofessionals vindt het helder wanneer de zorg moet worden overgedragen aan een andere zorgprofessional.

De volgende belemmerende factoren zijn naar voren gekomen uit het onderzoek:

  • Er heerst een kennistekort over de stepped care ondersteuning;
  • Het toepassen van stepped care ondersteuning heeft een negatieve invloed op de werkdruk;
  • De samenwerking kan verbeterd worden;
  • Het effect van stepped care ondersteuning is nog niet volledig zichtbaar;
  • Respondenten hebben behoefte aan meer educatieve middelen: er moet meer informatie komen van stepped care ondersteuning.

Hoe verder
Op basis van deze conclusies hebben de studenten verschillende aanbevelingen gedaan richting het aanjaagteam, de verschillende betrokken zorgorganisaties en dementieconsulenten. Deze aanbevelingen gaan met name over de behoefte aan meer educatieve middelen, de inzet van de dementieconsulente in een (meer) coachende rol en een duidelijke introductie van stepped care en de te nemen stappen, zowel voor nieuwe werknemers als bestaande werknemers. Daarnaast gaven de studenten aan dat voor de toekomst mogelijk een kwalitatief onderzoek met
interviews en een focusgroep wenselijk is, om ook de behoefte van de cliënten en diens naasten te pijlen.

De resultaten van het onderzoek zullen binnen het aanjaagteam nog gedeeld worden, en worden naar behoefte binnen de zorgorganisaties gedeeld.