Cora Oudijk, een van de eerste dementieconsulenten van het Netwerk Dementie Rivierenland, gaat met pensioen. Op 25 september neemt ze afscheid in zorgcentrum Lingewaarde. Veertien jaar heeft zij mensen met dementie die nog in thuissituatie wonen, en hun familie liefdevol begeleid. Haar collega’s gaan met het vertrek van Cora een betrouwbare en geduldige collega missen, eigenschappen waar ze graag een voorbeeld aan nemen. In dit interview blikken we terug op de 47 jaar dat zij werkzaam is geweest in de zorg.
Waarom ben je dementieconsulente geworden?
Cora: “Na mijn opleiding tot A-verpleegkundige wilde ik al snel het ziekenhuis uit. Na de tweejarige MGZ opleiding heb ik lang als wijkverpleegkundige gewerkt in Amersfoort en de Bilt. Mijn aandachtsgebied was toen al patiënten met dementie; de casemanager bestond nog niet. Ook heb ik een paar jaar in het Johannes Hospitium in Vleuten gewerkt, één van de eerste high-care hospices. Na een rugoperatie heb ik een periode bij het RIO/CIZ gewerkt, maar ik zocht toch meer uitdaging en direct contact met cliënten. Met mijn collega’s van het eerste uur Helene en Cecile mochten we toen als ID-team gaan pionieren om dit project van de grond te krijgen. Het ID-team was de voorloper van het Netwerk Dementie Rivierenland.”
Hoe kijk je terug op deze periode van ID-team tot nu?
“De eerste jaren mochten wij álle mensen met dementie bezoeken. Er was nog geen
diagnose of complexiteit vereist, maar we werden bijvoorbeeld ook gevraagd op huisbezoek te gaan bij een niet-pluisgevoel. Soms waren twee of drie huisbezoeken genoeg om de cliënt en familie goede uitleg te geven en ze de juiste ondersteuning aan te reiken. Dan kon je weer afschalen tot er zich een crisis voordeed. Het was al een hele geruststelling als mensen wisten dat ze je konden bellen voor advies. Ik hoop echt voor iedereen dat dit ook in onze regio ooit weer de normale werkwijze wordt!”
Wat is je het meest bijgebleven?
Cora: “Vooral out-of-the-box oplossingen bedenken. Ik vergeet nooit de ‘man van de wereld’, nogal een womanizer. Zijn kortetermijngeheugen was volledig weg, maar hij kon nog één ding goed; en dat was schaken. Hij was door zijn kinderen naar een luxe zorgvilla gebracht, maar hij nam een taxi en trok ongevraagd bij een goede vriendin van hem in. Zij kon hem echt niet meer alleen thuislaten en organisaties zoals Home Instead bestonden nog niet. Ik belde een particulier bureau en vroeg om twee verpleegkundigen van enig niveau, liefst blond, die konden schaken. Ze vielen bijna van hun stoel, maar na een moeizaam begin accepteerde hij steeds iets meer zorg, en heeft hij tot ieders tevredenheid nog een paar jaar thuis kunnen wonen en hoefde niet opgenomen te worden.”
Wat zou je professionals willen meegeven?
“Lieve collega’s, het toverwoord is Geduld. Vooral als iemand met dementie nét in zorg is, en bijvoorbeeld ’s morgens niet geholpen wil worden met wassen, vraag je dan eens af waar het aan kan liggen. Mensen voelen haarfijn aan dat je gehaast bent en gaan dan met de hakken in het zand. Probeer de eerste paar weken een kwartiertje extra in te plannen en maak eerst een gezellig praatje. Begin niet meteen over dagopvang of andere oplossingen. Praat bijvoorbeeld over de foto’s die aan de muur hangen, en probeer het vertrouwen te winnen. Dit helpt je echt in de rest van het zorgtraject. Ga eens samen met de cliënt een blokje om in plaats van met een laptop aan tafel zitten. Een snufje humor doet soms ook wonderen. Soms nam ik iets lekkers mee, omdat ik zogenaamd alweer jarig was geweest. Veel mensen met dementie hebben een hang naar zoet/ troosteten.”
Heb je plannen voor je pensioen?
“Na 47 jaar in de zorg ga ik eerst lekker uitwaaien en onthaasten, en dat boek uitlezen waar ik 3 maanden geleden in begonnen ben. Ik heb al twee Interrailkaarten aangeschaft, omdat ik van plan ben jaarlijks een grote treinreis te gaan maken en onder meer mijn vrienden in Zweden, Portugal en Duitsland vaker te bezoeken. Voor mij de ideale manier van reizen. Ook zie ik uit naar meer tijd om van mijn (klein)kinderen te genieten en oude hobby’s weer op te pakken. En wie weet, blijft m’n zorghart toch kriebelen. Ik sluit niet uit dat ik ooit nog iets moois ga doen in de zorg.”
Wat wens je je collega’s toe?
“Zorg goed voor jezelf en voor elkaar. Let op je teamgenoten, probeer elkaar te steunen en genoeg oog te hebben voor elkaar, ook naar andere disciplines toe. De zorg is een prachtig vak, hard werken en geen dag is hetzelfde. Zorg dat je je batterijen opgeladen houdt.”